Paarden zijn sociale dieren die in groepsverband, de kudde, leven. Een kudde bestaat uit merries, een leidhengst en nog wat jonge hengsten. Afhankelijk van het terrein en de hoeveelheid beschikbaar voedsel, is de kudde groter of kleiner. Een oudere, ervaren merrie leidt de kudde. Zij kent het terrein en weet waar voedsel, water of rust te vinden is. De hengst is er om te beschermen en drijft de kudde weg van gevaar en zorgt natuurlijk voor de voortplanting.
Paarden zijn vegetariërs en prooidieren. Dat betekent dat ze in een fractie van een seconde moeten reageren op signalen uit hun omgeving. Ze moeten hun vijanden evengoed kunnen “lezen” als hun vrienden binnen de kudde. Een foute interpretatie van het gedrag van bijvoorbeeld een wolf kan hun het leven kosten. Ze krijgen vaak geen tweede kans om te leren! Doordat ze in de kudde met meer zijn, zijn er meer ogen om de vijand op tijd te lokaliseren en te vluchten. De kudde is van het grootste belang om te overleven. Dat zit nog steeds in paarden ook al komen ze hier al tijden geen wolven meer tegen.
De grootste straf voor een paard is uitgestoten te worden uit de kudde. Wij mensen, doen veel paarden die straf aan door ze alleen te houden zonder de geruststelling van soortgenoten en eigenlijk is dat dierenmishandeling! Te zien is dat paarden eerder kiezen om bij elkaar te blijven, dan dat ze kiezen voor voedsel!! Dat maakt wel duidelijk wat voor paarden op de eerste plaats komt. Binnen de kudde leven paarden in een rangorde, maar die is lang niet zo absoluut als bijvoorbeeld bij hun vijand, de wolven. Dat heeft te maken met de beschikbaarheid van voedsel. Gras groeit overal, maar vlees niet, daar moet veel meer moeite voor worden gedaan. Binnen de kudde hebben paarden vriendschappen, een echt maatje en daarnaast nog tot ongeveer zes andere vrienden. Deze vriendschappen kunnen de rangorde in de groep doorkruisen, zodat er een ingewikkelde structuur ontstaat van wie voor wie opzij moet gaan.
Ook dit helpt weer mee om heel goed en subtiel te kunnen communiceren met elkaar. De lichaamstaal is zeer complex, een trilling van de lippen, de draai van een oor, het optillen van een achterbeen, alles houdt een boodschap in.
Doordat paarden zo op elkaar aangewezen zijn, hebben ze er baat bij dat er rust is in de kudde. Mensen zouden het hebben over een goede sfeer. Als er onderlinge conflicten spelen, of sommige dieren niet goed met elkaar overweg kunnen, verstoort dat de oplettendheid voor gevaar. Totdat die conflicten zijn opgelost, loopt de kudde als geheel meer gevaar. In zulke situaties valt waar te nemen dat de paarden zelf proberen hun strijd zo gauw mogelijk op te lossen, maar dat soms ook de leidmerrie ingrijpt. Een lastig paard kan als ultieme straf tijdelijk uit de kudde worden verdreven. Dat gebeurt de puberhengsten nog wel eens. Pas als de leidmerrie het genoeg vind mag de druktemaker terugkomen. Hij gedraagt zich dan weer een tijdje voorbeeldig, zo dankbaar is hij weer voor de bescherming en het contact in de groep.
Voor paarden is het heel belangrijk zich ook psychisch goed te voelen en ze spelen daarin zelf een actieve rol. Het lijkt deze behoefte aan goede sfeer binnen de kudde, die ze overdragen aan de menselijke kuddegenoot. Het paard voelt zich beter als dat wezen dat zo vaak bij ze is, zich ook goed voelt.
Dat is zichtbaar als wij er oog voor hebben. Wanneer paarden worden geconfronteerd met mensen die niet goed in hun vel zitten, worden ze zelf ook gespannen. Op het moment dat de mens zich zijn spanning realiseert en er aan toegeeft, herademt het paard letterlijk. Je ziet dat zijn kaak zich ontspant en hij gaat kauwen en smakken, een teken van ontspanning.
Van mensen is bekend dat ze een antenne lijken te hebben voor anderen met soortgelijke ervaringen, zoals eenzaamheid of geweldservaringen. Paarden lijken datzelfde te doen met ons en wij herkennen ook hun levenservaringen op onbewust niveau. Mishandelde paarden en mensen zoeken elkaar op en herkennen iets bij elkaar! Een heel bijzondere ervaring voor wie dat overkomt!
Door deze eigenschappen lijken paarden heel geschikt om ook voor mensen die rol op zich te nemen. Dat geeft ons wel een grote verantwoordelijkheid. In deze rol of dit werk, dat we van paarden vragen, zullen we zeer goed moeten opletten dat het geen belasting voor de dieren wordt. Als een paard een dag niet wil, contact vermijdt, dan moeten we dat respecteren. Verder moeten wij er voor zorgen dat ze veel plezierige en voor hun noodzakelijke paardencontacten hebben. De omgang tussen mens en paard dient gelijk- waardig te zijn. Dat wil zeggen: vragen en ontvangen. Als je niet vanuit dat basis- principe werkt, kun je de boodschappen die de paarden sturen, onmogelijk ontvangen.
Op pad gaan op die weg, het proces, geeft mens en paard vreugde en voldoening.